Het gele gevaar.
Buurtwinkels vind je vaak in kleinere gemeenschappen, in de dorpen en soms nog in de stad. Je maakt er een praatje over politiek of tandpasta, je kunt er dingen bestellen die niet in de schappen liggen en boodschappen kan je ook meenemen op rekening en of afbetaling. Vaak zij er ook lokale producten te koop. Deze lokale interactie tussen de de buurt en de winkel werkt op basis van herkenning en vertrouwen. De wederzijdse afhankelijkheid zorgt ook voor een bepaalde samenhang en sociale cohesie. Het geeft een soort hechting.
Vanuit de VS komen er nieuwe winkelconcepten overwaaien zoals de supermarkt. In 1916 had Moengo de primeur van Suriname met de eerste Supermarkt gemaakt door het Amerikaanse moederbedrijf ALCOA. De innovatie ging verder met het winkelconcentratie gebied (shopping district) later winkelcentra of de huidige 'Mall'. We zien dit concept inmiddels in de hele wereld terug. Vaak zijn er ook uitgebreide 'entertainment areas' gericht op de kinderen van de consumenten, fastfood zones en soms ook 'wellness' of een casino. 'Shopping' als een soort 'total experience'. Het concept is gebaseerd op comfort en gemak. Door veel winkels op 1 plek te concentreren en ruime parkeergelegenheid te bieden komen mensen met de auto van heinde en ver winkelen. Buurtwinkels in de omliggende gebieden verdwijnen. De klanten worden onbekenden van elkaar en de winkel bediendes en in tegenstelling tot de buurtwinkel, werkt de 'experience' juist op basis van anonimiteit.
De ´mall´ zelf is een vastgoed concept waarbij de eigenaar heel veel te zeggen houdt over het thematische concept van de plek, de uitstraling, het aanbod maar ook bijvoorbeeld over de openingstijden van de winkels. Je krijgt als individuele ondernemer dus een baas.
“Maretraite Mall zakt steeds dieper weg” is de kop boven een artikel in de Parbode #93 van januari 2014, zie onder.
In het Noorden van Paramaribo blijkt er nog niet zolang een mall te zijn gerealiseerd : De Maretraite Mall. In de Parbode (kritisch tijdschrift) lezen we over deze mall en haar ontstaansgeschiedenis. Interessant voor ons is dat er sprake lijkt te zijn van een mislukking. De mall werkt niet erg overtuigend als een aantrekkelijke plek, niet in de omgeving en niet om te winkelen. Na het lezen van het artikel stappen we opgetogen in een taxi om te gaan kijken. De taxi chauffeur vraagt meteen: Wil je niet naar de Hermitage ? (een succesvolle concurrent in het zuiden). 'Nee', we gaan naar de Maretraite. Het versterkt eigenlijk nog meer onze nieuwsgierigheid. We rijden twintig minuten en komen ter plaatse. En inderdaad,... het gebouw ziet eruit als een grote, lompe en blinde reus. Het lompe volume lijkt zich niets aan te trekken van de omgeving, niet alleen in vorm en schaal maar in alles zit een gevoelloosheid. Het gebouw heeft geen duidelijk gezicht of voorkant en zelfs een duidelijke entree is niet als zodanig herkenbaar. We zoeken naar de ingang en betreden deze voor ons 'nieuwe wereld'.
Op de begane grond zijn er de winkels, op de 2e verdieping de 'food and play area'. Op de 3e verdieping schijnt een hotel te zitten. Hier zie je verder niets van. Nu weten we dat Surinamers graag hun auto pal voor de deur zetten waar ze willen winkelen maar hier krijgt dat iets absurdistisch. De auto's staan op de stoep pal naast de winkels. Er is geen publieke ruimte, geen enkele verblijfskwaliteit. Alhoewel het binnen vrijwel leeg is met klanten en bezoek staat het parkeer terrein buiten wel vol.
Dwars door het grote rechthoekige volume van het gebouw lopen in de lengte en de breedte gangen, die elkaar in het midden ontmoeten. Deze zichtlijnen kijken uit op de geparkeerde auto's. Aan deze gangen zitten de winkels. Het aanbod is doorsnee en sommige winkels blijken gewoon leeg te zijn. Er zit een outdoor winkel voor jagen en vissen (Aardige eigenaar met getatoeerde armen), een drogisterij, een muziek winkel en een woning-interieur specialist. Voor de rest het bekende aanbod.
Boven, tussen het food cluster en kinder entertainment (is gesloten) zit een hindoestaanse juwelier, die ons binnen probeert te lokken met haar enthousiaste kreet: “Hier is het feestje!”.
Hoewel het project nog geen 10 jaar oud is, voelt het nu al als vergane glorie. Wat zien we met eigen ogen: Een brandinstallatie heeft een kapotte kraan. Een groene loper verhult een grote scheur in de vloer van wel 100 meter lang, constructief lijkt er een hoop mis te zijn. Voor de geblindeerde ramen van het Chinese restaurant (Lucky twins, 1200 stoelen) hangen groepsfoto's van feestende- en vrolijke gezelschappen. Binnen is het uitgestorven. Verder lege winkels, lekkages en op de bovenste verdieping een onzichtbaar hotel.
Bordjes met richting aanwijzingen zijn zowel in het Nederlands als in het Chinees. We lopen rond met allerlei vragen: Wie heeft dit bedacht? Wat was het idee? Het blijkt een grote Chinese projectontwikkelaar die alle ruimte heeft gekregen. Geen gevoel voor schaal en of richting. Wie betaalt bepaald, maar waarom op deze manier?
Het lijkt een stuurloos (waar is de kapitein?) en een zinkend cruiseschip zonder passagiers. En zonder orkest...
angela groothuizen
stom